Retinoblastoom bij kinderen

Epidemiologie

Het retinoblastoom is een tumor in het netvlies van het oog. Het is de vaakst voorkomende kwaadaardige intraoculaire tumor in de pediatrie. Het doet zich gewoonlijk voor bij kinderen jonger dan 5 jaar. 

Symptomen

Het meest voorkomende symptoom is leukocorie. Dit is een wit waas over het oog van het kind. Over het algemeen wordt leukocorie enkel waargenomen in specifieke omstandigheden: ze varieert afhankelijk van de kijkrichting, de verlichting enz. Als er een foto wordt gemaakt met flitslicht kleurt de pupil van het zieke oog niet rood. Strabisme (het kind kijkt scheel) kan permanent worden waargenomen. Dit symptoom duidt erop dat de tumor verhindert dat het oog correct scherpstelt op een voorwerp doordat hij verhindert dat het beeld wordt geprojecteerd ter hoogte van de papil. Exoftalmie (de oogbol puilt uit de oogkas) wordt eerder zelden waargenomen.

Diagnose

Bovenstaande symptomen moeten de aandacht van de arts trekken en hij moet een onderzoek van de achterkant van het oog uitvoeren. De achterkant van het oog moet dan onder algemene verdoving opnieuw worden gecontroleerd door een ervaren oogarts.  Hij onderzoekt de grootte, de locatie en het aantal tumoren en gaat ook na of het glasvocht is aangetast. Vervolgens wordt de initiële test aangevuld met een scan of MRI (magnetic resonance imaging) om na te gaan of de oogzenuw niet is aangetast.

Behandeling

De behandeling van een retinoblastoom vereist een nauwe samenwerking tussen de diensten pediatrische oncologie, oogheelkunde, radiotherapie en interventionele radiologie om de beste behandeling voor het kind te kiezen. De behandeling beoogt, indien mogelijk, het behoud van het oog en een toereikend zicht.

Er bestaan verschillende behandelingen en deze kunnen ook worden gecombineerd voor het beste resultaat. Lokale behandelingen worden altijd uitgevoerd onder algemene verdoving.

  • Cryotherapie: bevriezing van kleine tumoren (ijsvorming).
  • Curietherapie: vernietiging van middelgrote tumoren door radioactieve straling.
  • Fotocoagulatie: coagulatie van kleine bloedvaten die een tumor nodig heeft om te groeien.
  • Warmte-chemotherapie: combineert lokale vernietiging door een laserstraal met intraveneuze chemotherapie. De combinatie van deze 2 technieken versterkt het effect van de chemotherapie op de tumor.
  • Neo-adjuvante chemotherapie: toediening van chemotherapie voor een lokale behandeling om de tumor te doen krimpen, zodat hij makkelijker lokaal te behandelen is.
  • Intra-oftalmische chemotherapie: rechtstreeks toegediend in de oftalmische slagader (via een katheterisatie van de perifere aders) op het moment van de lokale behandeling.

Soms is het niet mogelijk om het oog te sparen doordat de tumor te groot is of het gezichtsvermogen reeds te sterk aangetast is.  In dat geval wordt een enucleatie uitgevoerd. Uit microscopisch onderzoek blijkt of de tumor is uitgezaaid, bijvoorbeeld, tot in het vaatvlies of de oogzenuw.  In dat geval is adjuvante chemotherapie nodig.

Contact

Voor bijkomende informatie of vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat van de dienst pediatrische hematologie en oncologie op het nummer + 32 2 764 23 50.