Schildklierkanker

Gedifferentieerde schildklierkanker

Overzicht/epidemiologie

Schildklierkanker is de meest voorkomende endocriene kanker. De jaarlijkse incidentie ervan is de voorbije jaren toegenomen, waarschijnlijk door verfijning van de diagnosemethoden, waarmee nu ook voorheen onopgemerkte tumoren kunnen worden ontdekt. Zoals de meeste schildklieraandoeningen komt schildklierkanker vaker voor bij vrouwen. Schildklierkanker evolueert langzaam en heeft een gunstige prognose.

Risicofactoren

Schildklierkanker wordt bevorderd door accidentele blootstelling aan ioniserende straling en door genetische factoren.

Symptomen

Schildklierkanker uit zich vaak in de vorm van een asymptomatische schildkliernodus, die wordt ontdekt bij klinisch onderzoek of toevallig tijdens een beeldvormend onderzoek voor een andere pathologie. In meer zeldzame gevallen kunnen een cervicale lymfeklier, veranderingen in de stem of slikstoornissen op deze aandoening duiden.

Diagnose en onderzoeken

Schildklierkanker wordt gediagnosticeerd met beeldvormingstechnieken en aspiratiecytologie met dunne naald. Een echografie van de schildklier verschaft belangrijke informatie over de ‘noduli’, kleine tumoren die zich in de schildklier ontwikkelen maar niet noodzakelijk op kanker duiden. De echografie gaat daarom gepaard met een punctie van de nodus met een dunne naald en een microscopische analyse van de tijdens de punctie afgenomen cellen. Deze verschillende onderzoeken moeten met grote nauwkeurigheid worden uitgevoerd om hun betrouwbaarheid te garanderen.

De genetische afwijkingen die optreden bij schildklierkanker zijn bijna volledig geïdentificeerd door de Cancer Genome Atlas-studie uit 2014. Dankzij de ontwikkeling van moleculair-biologische technieken (bijv. NGS) kunnen deze anomalieën op de tijdens de cytopunctie afgenomen cellen in kaart worden gebracht om zo de diagnose te verfijnen. Zo kunnen we in de toekomst onnodige of te uitgebreide operaties vermijden.

In sommige gevallen wordt het onderzoek aangevuld met een scintigrafie. Een scintigrafie bestaat uit het intraveneus injecteren van een bijzonder kleine hoeveelheid radioactief product dat door de schildklier wordt opgevangen. Er wordt een instrument ter hoogte van de nek geplaatst om de door het product uitgezonden straling te detecteren. Een scintigrafie kan helpen om de activiteit van de nodus (noduli) beter te definiëren.

De door deze verschillende onderzoeken verstrekte informatie bepaalt de koers van de behandeling.

Behandelingen

De diagnose van schildklierkanker wordt pas gesteld na nauwkeurig onderzoek en de beslissing om over te gaan tot chirurgie wordt genomen na overleg met alle betrokken experts: endocrinologen, radiologen, nuclearisten, pathologen en chirurgen ... Deze multidisciplinaire benadering helpt bij het identificeren van de best geschikte benadering voor elk van de besproken gevallen.

De effectiviteit van de behandeling hangt in de eerste plaats af van een doelgerichte chirurgische aanpak. Schildklierchirurgie, bestaande uit het gedeeltelijk of volledig verwijderen van de klier (thyroïdectomie), is delicaat vanwege de nabijheid van de stembanden en de bijschildklieren. De bijschildklieren zijn kleine klieren in de directe omgeving van de schildklier die betrokken zijn bij de regulatie van calcium en fosfor in het bloed. Een bekwame chirurg heeft de eventuele risico's van een dergelijke chirurgische ingreep onder controle.

De procedure wordt vaak afgesloten met de toediening van radioactief jodium. Jodium is essentieel voor de synthese van de schildklierhormonen en radioactief jodium kan eventuele na de operatie overgebleven schildkliercellen vernietigen.

Voor complementaire behandeling met radioactief jodium moeten we stralingsbeschermingsmaatregelen nemen om mensen in de directe omgeving en het milieu te beschermen. De patiënt moet twee tot drie dagen in een afgeschermde isolatiekamer verblijven.

Chirurgie en radioactief jodium leiden over het algemeen tot genezing van de kanker. Het risico op recidief vraagt om een eenvoudige follow-up met een bijzonder betrouwbare test, in dit geval het thyroglobulinegehalte in het bloed. Thyroglobuline is het opslageiwit voor schildklierhormonen. Het wordt specifiek geproduceerd door de schildkliercellen. Een detecteerbaar thyroglobulinegehalte duidt op de blijvende aanwezigheid van door kanker getroffen schildkliercellen, terwijl de afwezigheid van thyroglobuline en van achtergebleven schildklierweefsel bij de beeldvorming als tekenen van genezing worden beschouwd.

Na verwijdering van de schildklier is het noodzakelijk om een substitutiebehandeling met schildklierhormonen te initiëren.

Door een gecombineerde behandeling van chirurgie en radioactief jodium kunnen patiënten met schildklierkanker in 95 % van de genezen. Vanwege het risico op recidief is echter follow-up nodig.

Regelmatige follow-up is noodzakelijk vanwege het risico op recidief, voornamelijk binnen 5 tot 10 jaar. Hiervoor maken we gebruik van een bijzonder betrouwbare test: het thyroglobulinegehalte in het bloed. Thyroglobuline is het opslageiwit voor schildklierhormonen. Het wordt specifiek geproduceerd door de schildkliercellen. Een detecteerbaar thyroglobulinegehalte duidt op de blijvende aanwezigheid van door kanker getroffen schildkliercellen, terwijl de afwezigheid van thyroglobuline en van achtergebleven schildklierweefsel bij de beeldvorming als tekenen van genezing worden beschouwd.

Na verwijdering van de schildklier is het noodzakelijk om een substitutiebehandeling met schildklierhormonen te initiëren.

In een verder gevorderd stadium (aanwezigheid van metastasen in andere organen) wordt de ziekte inoperabel en resistent tegen radioactief jodium. In dit geval kunnen gerichte geneesmiddelen tegen kanker (kinaseremmers) heilzaam zijn. Vanwege hun ingrijpende bijwerkingen wordt hun gebruik geval per geval besproken in een multidisciplinair overleg. Deelname aan klinische studies om nieuwe geneesmiddelen te evalueren wordt ook aangeboden.

Actieve monitoring van de schildklierkanker

In de afgelopen jaren is actieve monitoring van laagrisico schildkliercarcinomen voorgesteld als gelijkwaardig alternatief voor onmiddellijke chirurgische interventie. Deze monitoring is nuttig voor elke volwassen persoon met een carcinoom met klinische, echografische, cytologische en moleculaire kenmerken met een laag risico op progressie naar aangrenzende of verder afgelegen organen. Actieve monitoring omvat regelmatige follow-up door een echografie van de schildklier.

Onderzoek/innovatie

Vanwege de moeilijkheden bij de diagnostische en therapeutische benadering van schildklierkanker heeft de Europese wetenschappelijke gemeenschap aanbevelingen geformuleerd. Deskundigen van de multidisciplinaire groep die zich bezighoudt met schildklierkanker hebben actief deelgenomen aan het opstellen van deze consensusteksten.

Ze doen ook verschillende onderzoeken naar de factoren die de ontwikkeling van schildklierkanker beïnvloeden. Door de identificatie van deze markers kan de therapeutische benadering verder worden verfijnd. Deelname aan deze studies helpt om patiënten van het Koning Albert II-instituut een behandeling te verstrekken die is afgestemd op de meest recente ontwikkelingen, in het bijzonder voor de kleine groep patiënten met een agressieve ziekte die ongevoelig is voor de gebruikelijke behandeling, namelijk chirurgie en radioactief jodium.

Medullair schildkliercarcinoom

Algemene informatie

Onder de minder vaak voorkomende schildklierkankers onderscheiden we medullair carcinoom. Medullair carcinoom ontwikkelt zich vanuit schildkliercellen die het hormoon calcitonine afscheiden, de ‘signatuur’ van de ziekte. Calcitonine kan ook matig verhoogd zijn in andere klinische situaties dan kanker, wat we zullen vaststellen tijdens het diagnostische onderzoek.

Medullair carcinoom is een erfelijke vorm van kanker bij ongeveer een kwart van de patiënten. Het risico van overdracht kan worden bepaald door genetische analyse van bloedcellen. Soms gaat deze kanker gepaard met tumoren van andere endocriene klieren, met ‘multipele endocriene neoplasie type 2’ tot gevolg.

Diagnose

Net als gedifferentieerd schildkliercarcinoom manifesteert medullair carcinoom zich in de vorm van een schildkliernodus. In dit geval wordt de diagnose echter gesteld op basis van het calcitoninegehalte in het bloed en niet met een cytopunctie van de schildkliernodus. Metastasen in de lymfeklieren of andere organen komen vaak voor. Een hoge afscheiding van calcitonine kan leiden tot diarree en opvliegers.

Behandeling

De behandeling bestaat uit chirurgische resectie van de schildklier en, vaak, van de neklymfeklieren. In tegenstelling tot bij gedifferentieerde schildklierkanker is medullair carcinoom niet gevoelig voor radioactief jodium. Na de operatie wordt op gezette tijden een follow-up van de patiënt uitgevoerd op basis van het calcitoninegehalte in het bloed. De aanhoudende aanwezigheid van een hoog calcitoninegehalte duidt op persisterende kanker, waarbij we de resterende tumor in kaart moeten brengen met echografie, PET-scans en/of scanners en vervolgens moeten verwijderen.

Gerichte geneesmiddelen tegen kanker (kinaseremmers) kunnen effectief zijn in een verder gevorderd (aanwezigheid van metastasen in andere organen) en/of inoperabel stadium van de ziekte. Vanwege hun ingrijpende bijwerkingen wordt hun gebruik geval per geval besproken in een multidisciplinair overleg. Deelname aan klinische studies om nieuwe geneesmiddelen te evalueren wordt ook aangeboden.

Resectie van de schildklier dient als algemene preventieve maatregel te worden aangeboden aan de familieleden van een patiënt met erfelijk medullair carcinoom, na diepgaand genetisch onderzoek en op een met de arts te bepalen leeftijd.

Contact

Voor bijkomende informatie of vragen kunt u contact opnemen met de Oncologiezorgcoördinator op het nummer + 32 2 764 78 82.

 

Doctor

Dr Antoine BUEMI

Adjunct-kliniekhoofd - Dienst abdominale heelkunde en transplantatie – Eenheid voor abdominale transplantatie en algemene, endocriene en bariatrische heelkunde

Pr Tom DARIUS

Kliniekhoofd - Dienst abdominale heelkunde en transplantatie – Eenheid voor abdominale transplantatie en algemene, endocriene en bariatrische heelkunde

Pr Michel MOURAD

Adjunct-diensthoofd - Dienst abdominale heelkunde en transplantatie – Eenheid voor abdominale transplantatie en algemene, endocriene en bariatrische heelkunde

Paramedical