Ewing-sarcoom bij kinderen

Epidemiologie

Het Ewing-sarcoom is een tumor die meestal voorkomt bij adolescenten. 2/3 van de patiënten zijn tussen 10 en 20 jaar oud.

Het sarcoom ontwikkelt zich het vaakst vanuit de cellen in (de buurt van) het bot en kan dit eroderen, waardoor het er soms uitziet als een bottumor. De belangrijkste plaatsen zijn de onderste en bovenste ledematen, maar ook (eerder zelden) het bekken, de wervelkolom, de heupen.

Symptomen

Er bestaan verschillende symptomen.

Als de tumor relatief oppervlakkig is, merkt de patiënt de aanwezigheid van een massa die vaak op enkele weken tijd enorm snel groeit.

Als de tumor een bot heeft uitgehold, kan hij dit verzwakken en een pathologische fractuur veroorzaken, dit wil zeggen een fractuur na een klein trauma dat een gezond bot nooit zou hebben beschadigd.

Sommige patiënten hebben weinig specifieke symptomen en klagen over een wijziging van hun algemene toestand, over koorts. De geraadpleegde arts kan dan vaststellen of er sprake is van een onverklaarbare zwelling.

Diagnose

Belangrijke elementen voor de behandeling:

  • De bevestiging van de exacte aard van de ziekte door middel van een biopsie. Deze bestaat uit een afname van het stukje van het tumorweefsel. Dit wordt uitgevoerd door een chirurg die wordt gekozen afhankelijk van de locatie van het letsel. Hij maakt een kleine incisie om een stukje weefsel te verwijderen dat vervolgens wordt geanalyseerd door verschillende laboratoria (cytologie, histologie, genetica). De resultaten zijn pas na een paar dagen beschikbaar.
  • De locatie, die wordt vastgesteld door middel van een lokaal onderzoek zoals een scan of MRI (magnetic resonance imaging)
  • De potentiële verspreiding van de ziekte, waarvoor een onderzoek als een PET-scan, een punctie/biopsie van het beenmerg vereist is.

Andere onderzoeken zijn belangrijk om na te gaan of de patiënt chemotherapie kan ontvangen in de gebruikelijke doses:

  • Elektrocardiogram (ECG)
  • Onderzoek van de nierfunctie

Behandeling

Chemotherapie is doorgaans het eerste behandelingselement voor de lokale behandeling, en wordt vervolgens hervat om de verkregen resultaten te consolideren. Ze wordt gedurende ongeveer één jaar toegediend.

Als lokale behandeling is ofwel chirurgie (resectie van zoveel mogelijk tumorweefsel), ofwel radiotherapie mogelijk. Deze twee methodes kunnen in sommige gevallen complementair zijn.

Lokale behandelingen hebben vaak orthopedische gevolgen, waardoor de tussenkomst van een kinesist vereist is voor een zo goed mogelijke recuperatie van de activiteiten in het dagelijks leven.

Contact

Voor bijkomende informatie of vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat van de dienst pediatrische hematologie en oncologie op het nummer + 32 2 764 23 50.